“Het zijn toch onze woningen?” Dat zei een projectleider nadat bewoners het verbeterplan met een kleine meerderheid hadden weggestemd.
VAN WIE IS DIE WONING?
Dat brengt ons bij een essentiële vraag: Wie heeft zeggenschap over de huurwoning? De eigenaar die in het pand heeft geïnvesteerd of de huurder die huur betaalt in ruil voor woonrecht?
De wet is vrij duidelijk over de rechten van de huurder. Een verhuurder mag zijn verhuurde eigendom niet zomaar betreden, hij mag zonder toestemming van de huurder geen wijzigingen aanbrengen en hij kan de huurovereenkomst niet zomaar eenzijdig beëindigen. Kortom: het woonrecht van de huurder is goed in de wet verankerd.
VOOR WIE DOE JE HET?
Een andere vraag bij investeringen is: Voor wie doe je het? In hoeverre laat je je leiden door markt- en onderhoudstechnische argumenten of door de wensen en verwachtingen van de bewoners? En richt je je op de zittende bewoners of heb je een toekomstige doelgroep voor ogen?
HET VOORBEELD
In bovenstaand voorbeeld heeft de corporatie de huurders drie keuzemogelijkheden voorgelegd: een beperkt verbeterpakket met woningisolatie, ingrijpende renovatie of alleen onderhoud. De uitslag was duidelijk. Voor de eerste twee maatregelen was toestemming van de huurders vereist, voor het uitvoeren van onderhoud niet.
Het leek zo logisch om onderhoud te combineren met (energetische) verbetering. Was het beter geweest om helemaal niets te vragen en gewoon de maatregelen aan te kondigen, goed uit te leggen en vervolgens te streven naar de vereiste 70% meerderheid?
Nee, het is wel degelijk zinvol om de mening van de bewoners te peilen en wel om de volgende redenen:
- Beter dan wie ook weet de bewoner wat er goed is aan zijn woning en woonomgeving en wat niet. Het niet meer dan logisch om zijn mening te vragen.
- Voor de uitvoering van woningverbetering is toestemming van de huurders nodig. De uitvoering zal aanmerkelijk soepeler verlopen naarmate bewoners overtuigd zijn van nut en noodzaak van de maatregelen.
HOE PAK JE HET AAN?
Vraag je huurders wat ze vinden van hun woning en woonomgeving. Wat is goed, wat niet en wat moet er volgens hen gebeuren. Dat kan online, via een vragenformulier of door interviews.
Wil je weten of de woning geschikt is voor toekomstige generaties? Vraag de bewoners wat nodig is om te zorgen dat de woning over 10 of 20 jaar aantrekkelijk is voor hen of hun kinderen. Zij hebben er vast een mening over. Leg de uitkomsten naast je marktonderzoek.
RUIS OP DE LIJN
Het verkrijgen van objectieve, eerlijke antwoorden is niet vanzelfsprekend. Suggestieve vragen, achterdocht en wantrouwen leiden tot gekleurde antwoorden. Een zorgvuldige vraagstelling en communicatie is essentieel. Stel open vragen en laat de bewoner in gedachten alle ruimtes en onderdelen van de woning nalopen en waarderen.
MAATREGELEN
Hoewel de bewoner ervaringsdeskundige is waar het gaat om het huidige gebruik van de woning, is hij geen expert als het gaat om verbetermaatregelen. Daarom is het belangrijk dat hij goed wordt geïnformeerd over de verbeteropties en voorbeelden te zien krijgt van toepassing in de praktijk. Anders is de kans groot dat zijn keuze wordt bepaald door emoties in plaats van argumenten.
CONCLUSIE
Naast objectieve marktindicatoren is de subjectieve mening van de zittende bewoner van groot belang. Hij kent de woning als geen ander en voor de uitvoering van woningverbetering is zijn medewerking noodzakelijk. Het voorleggen van verbeteropties heeft pas zin als de bewoner goed geïnformeerd is over de mogelijkheden en weet wat het hem oplevert.
Meer weten?
Of hulp nodig bij het opstellen van een vragenlijst?
Stuur een email naar info@hanvangoeverden.nl